Bloementelers agrarische topverdieners dankzij dubbele meevaller
In dit artikel:
Vandaag publiceerden het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Wageningen Economic Research (WEcR) hun jaarlijkse rapport over de financiële situatie in de Nederlandse land- en tuinbouw, waarbij het jaar 2024 positief in het vooruitzicht wordt gesteld. De totale inkomens van de landbouwsector zijn naar verwachting met 5,1% gestegen ten opzichte van 2023, met een gemiddeld inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje) van €109.000, hoewel dit €10.000 lager is dan in 2023. Grote verschillen tussen sectoren zijn zichtbaar: terwijl bloemen- en plantentelaars hoge inkomsten genereren, hebben melkveehouders en akkerbouwers het moeilijker.
De kosten in de sector zijn gedaald door lagere prijzen voor kunstmest, energie en mengvoer, wat gunstig uitpakte voor de marges. Echter, de totale productiewaarde van de landbouw kromp met 1% door een daling van de dierv productie en een lichte afname in plantaardige productie. Snijbloementelers profiteren van hoge bloemenprijzen en lage energiekosten, terwijl varkenshouders een aanzienlijke daling in inkomen zien door toenemend aanbod op de Europese markt.
De rapportage van de WEcR benadrukt hoe de inkomens per sector verschillen, waarbij snijbloemenbedrijven de hoogste inkomens realiseren, terwijl fruittelers het laagste gemiddeld inkomen hebben. De melkproductie bleef echter stijgen met een toename van melkprijzen, wat de inkomsten voor melkveehouders ten goede kwam. In het akkerbouwsegment zijn dalende prijzen voor granen en suikers echter problematisch, hoewel de totale opbrengsten in de glastuinbouw positief zijn.
Over het geheel genomen onthult het rapport een complexe dynamiek van stijgende en dalende inkomens, afhankelijk van de marktomstandigheden en externe kosten. De jaarlijkse analyses van CBS en WEcR bieden waardevolle inzichten in de ontwikkeling van de landbouwsector en de relatie tussen kosten en opbrengsten.