Tijd om eens dieper in afval te wroeten
In dit artikel:
In 2024 verhuisde een inwoner van Wageningen naar Utrecht en merkte dat de afvalinzameling daar erg verschilde. In tegenstelling tot Wageningen, waar hij zijn PMD-afval moest scheiden, mocht hij in Utrecht dit afval bij het restafval gooien. Dit leidde tot twijfels over de effectiviteit van afvalscheiding en de verwerking van het afval. Cijfers tonen aan dat ongeveer 25% van de Nederlandse gemeenten gebruikmaakt van nascheiding, vooral in grotere steden waar bronscheiding vaak mislukt door het ontbreken van sociale controle. Dr. Maarten Bakker van de TU Delft uitte zijn zorgen over nascheiding, omdat afval dat niet op de juiste manier is gescheiden minder geschikt is voor recycling en dat dit ook financieel nadelige gevolgen heeft voor gemeenten.
De Europese recyclingindustrie staat onder druk door goedkopere alternatieven, zoals virgin plastic en goedkoop gerecycled plastic uit China. Dit heeft geleid tot faillissementen van Nederlandse recyclingbedrijven. Bakker constateert dat statistieken over echt gerecycled plastic vaak ontbreken of onbetrouwbaar zijn. Voor PET-afval, dat succesvol gerecycled wordt dankzij aparte inzameling, is er een beleid dat eist dat nieuwe flessen een percentage gerecycled plastic bevatten. Er is dringende noodzaak voor overheidsinvesteringen in recyclingtechnologie en betere regelgeving om de kwaliteit van gerecycled plastic te waarborgen. Bakker benadrukt ook dat de echte uitdaging ligt in ons consumptiegedrag en het beheer van grondstoffen, wat vraagt om een heroverweging van het gebruik van plastic in de samenleving.